In het kluisje lagen een paar sneakers die in de inventaris ontbraken. De rechter oordeelde dat de waardigheid en privacy van de werkneemster waren geschonden
Meer dan twintig jaar lang werkte F. – zo wordt zij in het vonnis genoemd – als operationeel manager in de damesafdeling van een Zara-winkel in een bekend winkelcentrum in Madrid. Ze trad op 23 juni 1999 in dienst bij het bedrijf en ontving na jarenlange dienst een bruto maandsalaris van 3.833,46 euro, inclusief pro rata extra betalingen. De professionele stabiliteit van de werkneemster werd eind 2023 verstoord als gevolg van werkzaamheden op de werkplek.
Om gezondheidsredenen was F. van september 2023 tot februari 2024 tijdelijk arbeidsongeschikt. Gedurende die periode voerde het management van de winkel renovatiewerkzaamheden uit, waarbij alle kluisjes werden vervangen. Als gevolg van de werkzaamheden en in afwezigheid van de werkneemster besloot het bedrijf haar kluisje te openen. Bij het openen waren de adjunct-directrice van de winkel, een manager, een vertegenwoordiger van de werknemers en de bouwopzichter aanwezig. De werkneemster werd niet op de hoogte gebracht en evenmin voor deze procedure opgeroepen.
Na de interventie vond het bedrijf in de kluis vijf producten van de winkel met hun prijskaartjes. De artikelen werden overgebracht naar de nieuwe kluis van de werkneemster en het bedrijf vroeg haar om aankoopbewijzen van alle artikelen te overleggen. F. kon echter niet aantonen dat zij de rechtmatige eigenaar van de artikelen was en verklaarde ter verdediging dat zij haar eigendom waren.
Veel werknemers worden bij ontslag geconfronteerd met verschillende complicaties. Onrechtmatig ontslag komt vaak voor en hier leggen we uit wat dat is.
Een paar sportschoenen
In maart 2024 heeft het bedrijf de disciplinaire ontslag officieel bekendgemaakt. In de brief werd de werkneemster beschuldigd van het onrechtmatig in haar bezit hebben van de producten die in haar kluisje waren gevonden, waarbij werd gespecificeerd dat een van de artikelen, een paar sportschoenen, niet in de systemen van het bedrijf was geregistreerd en overeenkwam met een tekort in de inventaris. Het ontslag werd gebaseerd op artikel 66 c) van de cao voor de textielsector in Madrid, dat dit beschouwt als een zeer ernstige overtreding die gelijkstaat aan diefstal of verduistering.
F., die tijdens de betreffende periode aankopen deed met een Affinity-kaart en haar activiteiten in de winkel had gedocumenteerd, was nog steeds ziek toen haar het besluit werd meegedeeld. Gezien deze situatie stapte de werkneemster naar de rechter om haar rechten te verdedigen en klaagde zij het bedrijf aan, waarbij zij zowel het onrechtmatige karakter van het ontslag als de schending van haar grondrechten aanvoerde.
Het geschil kwam voor de sociale rechtbank nr. 41 van Madrid. Tijdens de zitting werd gekeken naar het optreden van het bedrijf bij het openen van het kluisje, het feit dat de werkneemster niet was gewaarschuwd, het toevallige karakter van de vondst en de geldigheid van de inventarisdocumenten en de elektronische systemen die Zara had gebruikt om het ontslag te rechtvaardigen. Ook werd gekeken naar de documentatie met betrekking tot de persoonlijke aankopen en de verklaringen van de aanwezigen tijdens het openen.
Herplaatsing of schadevergoeding
De gerechtelijke procedure leidde tot een uitspraak met belangrijke gevolgen voor beide partijen. De rechtbank concludeerde dat het bedrijf het fundamentele recht op privacy van de werkneemster had geschonden door het kluisje te openen en te doorzoeken zonder haar aanwezigheid of voorafgaande kennisgeving. De rechtbank was van oordeel dat, afgezien van de reden voor de werkzaamheden, het optreden van het bedrijf niet voldeed aan de minimale eisen van respect voor de waardigheid en privacy van de werknemer zoals vereist door de wetgeving.
De rapporten over de ontbrekende artikelen en het door het bedrijf geleverde bewijsmateriaal werden niet geldig verklaard, aangezien het openen van de kluis niet op een gegarandeerde wijze had plaatsgevonden en er twijfels bestonden over de inventaris, waardoor niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de gevonden artikelen daadwerkelijk waren ontvreemd. Bovendien bleek dat het bedrijf had gekozen om de inhoud van de kluis als belangrijkste grond voor het ontslag te gebruiken.
De gerechtelijke procedure resulteerde in een uitspraak in het voordeel van F. De rechtbank verklaarde het ontslag onrechtmatig en veroordeelde Zara tot herplaatsing met doorbetaling van het loon (ten bedrage van 126,03 euro per dag) of tot betaling van een schadevergoeding van 90.742,72 euro. Bovendien achtte de rechter het fundamentele recht op privacy geschonden en legde hij het bedrijf een schadevergoeding van 7.501 euro op voor immateriële schade, bovenop de schadevergoeding voor het arbeidsrechtelijke geschil.
Het vonnis
Het bedrijf ging in beroep tegen de beslissing bij het Hooggerechtshof van Madrid, waarbij het onder meer de geldigheid van het bewijs dat bij het openen van het kluisje was verkregen, aanvoerde en de evenredigheid van de maatregel verdedigde gezien de aard van de gevonden voorwerpen en de bezorgdheid van de organisatie om haar eigendom.
Na een nieuwe behandeling van de zaak heeft de kamer echter het beroep verworpen. De rechters bevestigen het oordeel van de lagere instantie en stellen dat het optreden van de onderneming de fundamentele wettelijke vereisten ter bescherming van de waardigheid en de persoonlijke levenssfeer van werknemers heeft genegeerd en dat het bewijs waarop het ontslag was gebaseerd, onrechtmatig en derhalve onvoldoende was om een zo ingrijpende maatregel als beëindiging van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen.
De uitspraak veroordeelt het bedrijf ook tot betaling van de proceskosten van het beroep (800 euro aan advocaatkosten) en bevestigt alle financiële gevolgen die in eerste aanleg zijn vastgesteld.