De werkneemster had sinds 2007 een contract voor onbepaalde tijd en het Hooggerechtshof van La Rioja oordeelde dat het bedrijf de feiten onvoldoende had bewezen.
Het Hooggerechtshof (TSJ) van La Rioja (Logroño) heeft het onrechtmatige ontslag van een werkneemster met 18 jaar anciënniteit in de nachtploeg van een discotheek in een grillrestaurant bevestigd. Het bedrijf beschuldigde haar ervan een briefje van 20 euro te hebben achtergehouden dat een klant haar tijdens de nachtdienst had gegeven, en de rechter heeft in vonnis 152/2016 van 14 juli 2016 geoordeeld dat de redenen die tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst hebben geleid, niet voldoende waren aangetoond.
De werkneemster was sinds juli 2007 in dienst en had een contract voor onbepaalde tijd voor een volledige werkweek. Ze werd ontslagen in augustus 2015 omdat, zoals het bedrijf in de ontslagbrief uitlegt, tijdens het afrekenen van een diner een biljet verdween dat later in de tas van de werkneemster werd gevonden. De klant identificeerde het als het hare. Het management was van mening dat er sprake was van een “zeer ernstige” overtreding en deelde het ontslag op staande voet mee wegens “verduistering” van geld uit de kassa.
De werkneemster ontkende vanaf het begin dat zij het biljet had gepakt en werkte mee aan het onderzoek van haar tas, waarbij zij aangaf dat zij niet wist hoe het biljet daar terecht was gekomen. De nationale en lokale politie kwam tussenbeide en enkele dagen later deed de werkneemster aangifte dat iemand het biljet in haar tas had gestopt met de bedoeling haar te laten ontslaan.
Voordat dit gebeurde, had het bedrijf de werkneemster, zoals blijkt uit het vonnis, op de hoogte gesteld van een vermindering van haar werktijd en andere disciplinaire maatregelen. Na een mislukte poging tot bemiddeling diende de werkneemster een klacht in bij de rechtbank om het ontslag onrechtmatig te laten verklaren.
Wat gebeurde er bij de sociale rechtbank
De sociale rechtbank nr. 2 van La Rioja verklaarde het ontslag onrechtmatig omdat zij van oordeel was dat de feiten onvoldoende gemotiveerd waren. De enige bewezen handeling van de serveerster was dat zij de betalingen had opgehaald en de geldbakjes naast de kassa had neergezet, omdat zij geen toestemming had om de kassa te bedienen.
Er kon niet worden aangetoond dat zij het biljet uit een van de bakjes had gehaald of dat zij toegang had tot de plaats waar het later werd gevonden. Voor de rechter was het niet voldoende bewijs dat de 20 euro in de tas van de werkneemster was gevonden.
De uitspraak veroordeelde het bedrijf tot het kiezen tussen het herplaatsen van de werkneemster in haar oude functie met betaling van het gederfde loon of een schadevergoeding van 14.175,63 euro.
Wat heeft het Hooggerechtshof van La Rioja beslist?
Het Hooggerechtshof van La Rioja onderzocht het beroep van het bedrijf en bevestigde het vonnis van de arbeidsrechtbank in zijn geheel. Het benadrukte dat het bedrijf niet het nodige bewijs had geleverd en verwierp de argumenten van het bedrijf.
Het Hooggerechtshof wees erop dat er onvoldoende aanwijzingen waren om te concluderen dat de werkneemster zich het biljet had toegeëigend, en verklaarde het ontslag onrechtmatig.
