Een baanbrekend onderzoek stelt dat de Galicische Seyxas de Mondoñedo mogelijk de eerste was die Antarctica in kaart bracht in 1678

Antarctica

Een nieuw onderzoek stelt dat de zeevaarder Francisco Seyxas y Lovera mogelijk de eerste was die Antarctica in kaart bracht in de 17e eeuw.

In de geschiedenis van de grote geografische ontdekkingen wordt Antarctica vooral geassocieerd met de grote ontdekkingsreizen van de 19e eeuw. Een nieuwe studie van historicus Felipe Debasa Navalpotro zet echter vraagtekens bij deze chronologie door Francisco Seyxas y Lovera (of Lobera) aan te wijzen als een voorloper van de kennis en cartografie van het bevroren continent in de 17e eeuw. Seyxas y Lovera, een Galicische figuur die tot nu toe buiten bepaalde wetenschappelijke kringen nauwelijks bekend was, zou in 1678 een deel van Antarctica hebben beschreven en in kaart hebben gebracht, waarmee hij de Britse, Franse en Russische zeevaarders meer dan een eeuw voor was.

Een universele Galiciër in de tijd van het Imperium

Francisco Seyxas y Lovera werd rond 1647 geboren in het bisdom Mondoñedo (Galicië). Als zoon van adellijke ouders uit de lagere adel had hij een uitzonderlijke loopbaan: hij was zeeman, handelaar, cartograaf, spion, gouverneur, wiskundige en schrijver. Na de dood van zijn ouders nam een oom in Ribadeo zijn opvoeding op zich en al snel vertrok hij naar Nederland. Van jongs af aan voer hij over de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en de Aziatische zeeën.

In zijn werken, waarvan vele tot nu toe ongepubliceerd of weinig bestudeerd zijn, heeft Seyxas getuigenis afgelegd van zijn activiteiten als notaris en analist van zeeroutes. Wat Debasa in zijn studie met overtuiging aantoont, is dat Seyxas tijdens een van zijn reizen door het zuidelijk halfrond landen zou hebben gezien en beschreven die vandaag de dag kunnen worden geïdentificeerd als de eilanden van de Zuidelijke Shetlandeilanden, in de geografische context van Antarctica.

De reis naar het zuiden

De centrale episode waarop deze hypothese is gebaseerd, vond plaats in februari 1678. Toen doorkruiste Seyxas, inmiddels een ervaren zeevaarder, een gebied tussen 60 en 70 graden zuiderbreedte, waarvan hij in zijn geschriften melding maakte: daar vermeldt hij het bestaan van “eilanden in het zicht van het zuidelijke land”. De beschrijving van deze landen komt volgens Debasa overeen met de Elephant-, Clarence- en Joinville-eilanden, die deel zouden uitmaken van het huidige Antarctische grondgebied.

Meer nog: in zijn werk Descripción geográphica y derrotero de la región austral magallánica (1690) geeft Seyxas een gedetailleerde beschrijving van zeestraten, archipels en geografische kenmerken van Zuid-Amerika ten zuiden van 60º zuiderbreedte, lang voordat de Angelsaksische geschiedschrijving, met de Brit William Smith aan het hoofd, de eerste ontdekkingen rond 1819 situeerde.

Het cartografische bewijs

Een ander gegeven uit de studie van Debasa dat de hypothese zou versterken, is te vinden in een ander werk van de Galicische cartograaf. Het gaat om de zogenaamde Atlas universal de la verdadera situación de las costas y puertos más principales del mundo (Universele atlas van de werkelijke ligging van de belangrijkste kusten en havens van de wereld), een werk dat aan Seyxas wordt toegeschreven en bewaard wordt in de Library of Congress in de Verenigde Staten. Daar vermeldt de Galiciër in eigen handschrift het bestaan van verschillende eilanden ten zuiden van de Straat van Magellaan, waarvan sommige zijn eigen naam dragen (“Yslas de Seyxas, jaar 1678”).

In hetzelfde document worden ook de “eilanden van Juan Carvallo” genoemd, waarvan de ligging en kenmerken overeenkomen met die van Elephant Island en Clarence Island. Bovendien tekent Seyxas een driehoekige formatie die volgens de analyse van de studie zou kunnen overeenkomen met de Smith-eilanden, Low en een derde, momenteel naamloos eiland, allemaal gelegen op 62º zuiderbreedte. De gedetailleerdheid waarmee Seyxas deze formaties weergeeft, inclusief berghoogtes die vanaf zee zichtbaar zijn, zou het idee versterken dat het hier niet om een verzinsel gaat.

Een Antarctica vóór Antarctica

Een van de sterkste argumenten die de studie aanvoert, is dat Seyxas’ visie op het zuiden van de planeet past in een historische continuïteit die begint met de ontdekkingen van Gabriel de Castilla in 1603. De Chileense en Argentijnse geschiedschrijving schrijven de eerste waarneming van Antarctische landen toe aan Gabriel de Castilla. Het bestaan van besneeuwde bergen die Castilla beschrijft, volgens een Nederlandse bron die in 1902 door de Amerikaan Edwin Swift Balch werd teruggevonden, plaatst het Spaanse verslag bijna twee eeuwen vóór dat van Cook of Bellingshausen.

De tekst van Seyxas zou dus de Spaanse kennis van het zuidelijke continent bevestigen en voortzetten, en de reikwijdte en nauwkeurigheid ervan vergroten. Bovendien werd deze informatie volgens de auteur van de studie opzettelijk geheim gehouden omdat ze als strategisch belangrijk werd beschouwd voor het Spaanse Rijk ten opzichte van andere mogendheden.

Een ondergewaardeerde figuur

Francisco Seyxas y Lovera was weliswaar productief en veelzijdig, maar kreeg in zijn tijd geen officiële erkenning, ondanks zijn pogingen om kroniekschrijver van de koning te worden en zijn diensten als gouverneur van Tacuba in Nieuw-Spanje. Zijn conflicten met onderkoning Gaspar de la Cerda y Mendoza en zijn ongetemde karakter leidden bovendien tot zijn ballingschap in Frankrijk, waar hij zijn laatste jaren doorbracht aan het hof van Versailles. Als auteur van veertien werken, waarvan vele gewijd aan de navigatie en de economie van het rijk, ontsluiert Seyxas zich vandaag de dag als een sleutelfiguur voor het begrijpen van de ontwikkeling van de geografische kennis van de wereld in de 17e eeuw.

Geopolitieke implicaties

In zijn onderzoek stelt Debasa Navalpotro bovendien dat, als de verwijzingen van Seyxas als geldig worden aanvaard, de geopolitieke discussies over de soevereiniteit van Antarctica opnieuw kunnen worden geopend, met name in verband met de historische aanspraken van Argentinië en Chili op het Britse Antarctische grondgebied. De auteur benadrukt zelfs dat het werk van Seyxas de Britse aanspraken zou ontkrachten door aan te tonen dat de Spanjaarden deze gebieden al in de 17e eeuw kenden en in kaart brachten. Deze stelling is weliswaar niet nieuw, maar wordt nu versterkt door de opduiking van nieuwe, onbekende documenten, paleografische analyse van de kaarten en veldonderzoek.

Een ontdekking die de geschiedenis herschrijft

De stelling dat Francisco Seyxas de Mondoñedo in 1678 de eerste cartograaf van Antarctica zou kunnen zijn geweest, wordt ondersteund door historische documenten, kaarten met directe aantekeningen en nauwgezet archiefonderzoek dat de rol van Spanje in de verkenning van het witte continent herwaardeert.

Als toekomstig onderzoek deze reconstructie van de feiten bevestigt, zouden we te maken hebben met een van de grootste herzieningen van het traditionele verhaal over de ontdekkingen op de poolgebieden, met een onverwachte hoofdrolspeler: een 17e-eeuwse Galiciër die de wereld rondreisde, het onbekende in kaart bracht en ervan droomde dat zijn kennis zou bijdragen aan de imperiale expansie.