Een 66-jarige man moet een jaarsalaris terugbetalen voor vier dagen werk.
Het socialezekerheidsstelsel in Nederland kent duidelijke regels. Hoewel gepensioneerden niet mogen werken, gelden er speciale voorwaarden, met name voor mensen die vervroegd met pensioen gaan via speciale regelingen, zoals de Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU). Als iemand gaat werken zonder de bevoegde instanties hiervan op de hoogte te stellen en daarmee de voorwaarden van zijn uitkering schendt, kan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) of het pensioenfonds de onrechtmatig ontvangen uitkering terugvorderen. Dit is precies wat er is gebeurd met een 66-jarige gepensioneerde die vier dagen in een bar heeft gewerkt en 180 euro heeft verdiend, maar nu 29.000 euro moet terugbetalen.
Het begon allemaal toen deze man, die in 2021 gebruik maakte van de regeling voor vervroegde uittreding (RVU) voor mensen met een zwaar beroep om de officiële pensioengerechtigde leeftijd (AOW) te halen, 180 euro kreeg voor een eenmalig baantje. Volgens de krant Algemeen Dagblad werkte hij vier dagen in een bar tijdens de Vierdaagsefeesten in Nijmegen.
Volgens de Nederlandse wetgeving verbieden de voorwaarden voor uitkeringen in het kader van de RVU-regeling vaak volledig het ontvangen van enig inkomen uit arbeid. Deze uitkering is juist bedoeld om iemand in staat te stellen te stoppen met werken. Elke betaalde baan, zelfs tijdelijk, is een schending van de voorwaarden van de overeenkomst.
“We zijn verplicht om ons strikt aan de regels te houden”, verklaarde een vertegenwoordiger van het pensioenfonds, verwijzend naar de voorwaarden van de RVU-regeling, die het combineren van de uitkering met werk verbieden.
Hem werd verteld dat hij mocht werken
De gepensioneerde beweert dat hij, voordat hij akkoord ging met het werk, contact had opgenomen met zijn pensioenfonds, waar hem mondeling werd bevestigd dat hij zonder problemen bij mocht werken zonder zijn uitkering te verliezen. Hij geeft echter zelf toe dat dit telefonisch is gezegd en dat hij geen schriftelijke bevestiging heeft. Desondanks heeft het pensioenfonds toch een invorderingsprocedure gestart en eist het alle geld terug dat hij als vervroegd pensioen voor een jaar heeft ontvangen.
De zaak kwam voor de rechter, die in Nederland bevoegd is voor geschillen op het gebied van sociale zekerheid. Na behandeling van de zaak heeft de rechter de beslissing van het pensioenfonds bekrachtigd, waardoor de man de ten onrechte ontvangen pensioenuitkeringen van 29 000 euro moet terugbetalen.
Hoewel hij 29.000 euro moest betalen, vroeg hij om een afbetalingsregeling. Het fonds stemde in met maandelijkse betalingen van 430 euro. Dit betekent dat hij het geld gedurende ongeveer vijf jaar zal terugbetalen, totdat hij het volledige bedrag heeft afgelost.
De gepensioneerde zelf verklaarde dat het alleen zijn bedoeling was om “gewoon te helpen” en dat het officiële contract nodig was om de verzekering te dekken, en dat hij in geen geval financieel voordeel nastreefde. De betrokkene overweegt nu in beroep te gaan, aangezien er in het land nog andere soortgelijke gevallen zijn geweest.
Hoewel deze maatregel onevenredig lijkt, houden de Nederlandse uitvoerende instanties voorlopig vast aan hun standpunt dat de wet in dergelijke situaties strikt moet worden toegepast, zonder uitzonderingen voor kleine bedragen.