Haar zus overleed in 2015, maar zij heeft de erfenis niet uitdrukkelijk aanvaard of afgewezen: nu moet zij meer dan 32.000 euro aan de belastingdienst betalen

erfenis

Een recente uitspraak van het Hooggerechtshof van Andalusië (TSJA) heeft een vrouw veroordeeld tot het betalen van 32.800 euro aan successierechten en schenkingsrechten aan de belastingdienst omdat zij de erfenis van haar in 2015 overleden zus niet expliciet heeft aanvaard of afgewezen.

Het koninklijk besluit 1629/1991 van 8 november, waarbij de verordening inzake successie- en schenkingsrechten wordt goedgekeurd, stelt in artikel 67 de termijn vast voor het aanvaarden of verwerpen van een erfenis na het overlijden van een persoon, die kan variëren van 30 werkdagen tot zes maanden, afhankelijk van het geval.

In dit geval heeft de vrouw de erfenis van haar zus niet expliciet aanvaard of geweigerd, maar zich beperkt tot zwijgen, een beslissing die haar nu duur komt te staan. De Junta de Andalucía eiste namelijk jaren later meer dan 32.800 euro aan successie- en schenkingsrechten van haar, een bedrag dat de belastingplichtige niet bereid was te betalen, omdat zij de erfenis niet had aanvaard en de schuld volgens haar was verjaard.

Hoewel zij beroep aantekende om dit te voorkomen, werd dit zowel door de regionale economische-administratieve rechtbank als door het TSJA verworpen, die het standpunt van de belastingdienst van Andalusië bekrachtigden.

Let op

Deze zaak benadrukt het belang van het achterlaten van bewijs van aanvaarding of weigering van een erfenis op het moment dat deze wordt ontvangen, een beslissing die vrij en vrijwillig is voor de erfgenamen. Halve maatregelen zijn niet voldoende: het is alles of niets, een erfenis kan niet gedeeltelijk of onder voorwaarden worden aanvaard, maar alleen in zijn geheel en voor altijd, waarbij de beslissing onherroepelijk is zodra deze is genomen, zoals bepaald in artikel 997 van het Burgerlijk Wetboek.

Zoals we zojuist hebben gezien, zal administratieve stilte leiden tot een vordering tot betaling van de erfbelasting en schenkingsrechten, aangezien het niet kenbaar maken van de wil de belastingplicht niet opheft. Bovendien benadrukt het TSJA dat de enige manier om de betaling van de belasting te ontlopen, een uitdrukkelijke, openbare en tijdig ingediende verklaring van afstand is. Het louter nalaten van een handeling is niet voldoende, waardoor de betaling jaren later kan worden geëist, zoals in het geval van deze vrouw.

Bovendien begint, onder verwijzing naar een eerdere uitspraak van het Hooggerechtshof, de verjaringstermijn van de belasting te lopen vanaf het overlijden van de erfgenaam die geen actie heeft ondernomen, en niet vanaf het overlijden van de oorspronkelijke erflater. Daarom is het van cruciaal belang om de erfenis goed te regelen door middel van een testament, schenkingen bij leven of verzekeringen, zodat onze erfgenamen niet in de problemen komen wanneer wij er niet meer zijn.