In juni ontdekten Chinese archeologen een gegraveerde steen met daarop een beschrijving van een expeditie van de mannen van Qin Shi Huang op zoek naar onsterfelijkheid. De eerste Chinese keizer was geobsedeerd door dit idee, maar onderzoekers zijn niet zeker van de authenticiteit van de inscriptie.
Het eeuwige leven. In de 21e eeuw zijn er nog steeds mensen die door dit idee geobsedeerd zijn, ervan overtuigd dat ze de grenzen van hun menselijkheid willen verleggen. Maar dit idee is niet nieuw. In de 2e eeuw voor Christus was Qin Shi Huang, de eerste keizer van China, geobsedeerd door deze vraag. Zozeer zelfs dat hij mannen zou hebben gestuurd om het continent te verkennen op zoek naar een soort levenselixer waarmee hij voor altijd zou kunnen regeren.
Op 8 juni jongstleden kondigde Tong Tao, een onderzoeker van het Chinese Instituut voor Archeologie, aan dat hij een steen had gevonden met een zeer oude inscriptie over deze zoektocht naar onsterfelijkheid. Op 4300 meter hoogte, op het Tibetaanse plateau van Qinghai, vlakbij het Gyaring-meer in het westen van het huidige China, zeggen archeologen bewijzen te hebben gevonden van een tot nu toe onbekende expeditie die 2246 jaar geleden plaatsvond. Daarop staat te lezen dat in het 26e jaar van de regering van Qin Shi Huang, oftewel in 221 voor Christus, de keizer vijf grote Yi-meesters zou hebben gevraagd om chemici naar de Kunlun-bergen te leiden om het elixer te vinden. Vanaf het moment dat deze ontdekking bekend werd, is er discussie ontstaan over de authenticiteit van de steen en de inscriptie, zo meldt de South China Morning Post.
De ontdekking van deze steen zet alles wat we wisten over de eerste keizer van China op zijn kop.
“Deze steengravure, gevonden aan de bron van de Gele Rivier, is de enige steen die tijdens het bewind van Qin Shi Huang na de eenwording van China op zijn oorspronkelijke plaats is gebleven. Het is ook de meest complete en daarom van bijzonder belang”, benadrukte Tong Tao toen hij de ontdekking bekendmaakte. Er gingen dan ook veel stemmen op om zijn woorden te weerleggen en de juistheid van zijn onderzoek in twijfel te trekken.
De onderzoekers zijn sceptisch omdat er in geen enkel oud document melding wordt gemaakt van expedities in het kader van Qin Shi Huangs obsessie voor onsterfelijkheid in het westen. De enige missies van dit type die historici kennen, betreffen reizen naar het oosten, met name naar Japan. De South China Morning Post heeft verschillende onderzoekers geïnterviewd om hun standpunt te begrijpen. Xin Deyong, onderzoeker aan de Universiteit van Peking, denkt dat deze inscriptie vals is. Hij wijst met name op geografische en logistieke inconsistenties: hoe hadden de mensen in die tijd de hoogten van het Gyaring-meer kunnen bereiken?
De graveertechniek komt overeen met die welke onder Qin Shi Huang werd gebruikt
Andere onderzoekers zijn daarentegen overtuigd dat ze hier te maken hebben met uitzonderlijk historisch bewijs. Dat is het geval van de in de Verenigde Staten gevestigde kalligrafie-expert Li Yuelin. De inscripties zijn gegraveerd met een beitel met vlakke randen, zegt hij. “Dat betekent dat je met het beitel vrijwel parallel aan de steen moet graveren. Wanneer de steen op die manier werd bewerkt, waren de sporen in het midden vlak, maar konden ze aan de zijkanten de steen fragmenteren”, legt hij uit. Deze graveertechniek is echter rond het jaar 150 verdwenen.
Als de inscriptie overeenkomt met de technieken die tijdens het bewind van Qin Shi Huang werden gebruikt, is er echter geen bewijs dat de expeditie die erin wordt beschreven ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. “Wanneer artefacten de tand des tijds doorstaan, is het onmogelijk om hun authenticiteit te bewijzen zonder officiële archieven. Wat we wel kunnen aantonen, is dat ze overeenkomen met wat we weten over die periode. De tekst, de historische context en de techniek komen overeen met wat we weten.” Het debat is dus nog niet gesloten en er zal zeker nog meer onderzoek moeten worden gedaan om de authenticiteit van de steen met zekerheid vast te stellen.