Koop een oud meubelstuk voor 200 euro en ontdek in de lades 200.000 euro aan Italiaanse schatkistcertificaten

meubelstuk

Wat een eenvoudig tweedehands meubelstuk leek, bleek een klein fortuin te verbergen. Mauro Benzoni, een inwoner van Crema, Italië, kocht een jaar geleden een antieke kast voor slechts 200 euro via een bekende online koop- en verkoopwebsite. De verkoper, afkomstig uit Pavia, had geen idee dat het meubelstuk een ware schat bevatte: Italiaanse postspaarbrieven, uitgegeven tussen 1992 en 1994, met een waarde die vandaag de dag rond de 190.000 euro ligt.

De kast stond maandenlang bijna vergeten in een landhuis, totdat Benzoni besloot hem te restaureren. Tijdens het schoonmaken ontdekte hij een verborgen compartiment dat op het eerste gezicht niet te zien was. Daarin lagen de certificaten zorgvuldig opgeborgen. Ooit waren ze ongeveer 18 miljoen lire waard, maar met de rente die in drie decennia is opgebouwd, overtreft hun huidige waarde alle verwachtingen.

De vondst levert Benzoni echter niet meteen geld op. De obligaties staan op naam en kunnen alleen worden geïnd door de houders of hun nakomelingen. De documenten staan op naam van Carlo en Francesca De Martino, geboren in 1907 en 1911, waardoor kan worden aangenomen dat beiden zijn overleden. De zoektocht richt zich nu op het opsporen van hun wettelijke erfgenamen.

Benzoni is zich bewust van de juridische aspecten van dit soort goederen en wilde daarom niet op eigen houtje optreden. Hij schakelde een advocatenkantoor in, overhandigde de documenten aan de politie van Lodi en deed aangifte om de vondst en het onvermogen om contact op te nemen met de oorspronkelijke verkoper vast te leggen. Tegelijkertijd deed hij een openbare oproep: “Ik zoek de erfgenamen van de gebroeders De Martino. Alleen zij hebben recht op dit geld.”

Volgens de Italiaanse wetgeving heeft degene die een verloren voorwerp vindt en teruggeeft, recht op 10% van de waarde als vergoeding. Als de erfgenamen zich melden en het geld terugkrijgen, zou Benzoni wettelijk ongeveer 19.000 euro kunnen ontvangen.

Onder de namen die als mederechthebbenden op de obligaties staan, bevinden zich personen die in verschillende plaatsen in Lombardije zijn geboren. Waarschijnlijk weten velen van hen niet eens van het bestaan van deze certificaten. Daarom dringt Benzoni aan: “Als iemand denkt een band te hebben met Carlo of Francesca De Martino, neem dan contact op met de carabiniers van Lodi”.

Hoewel er soortgelijke verhalen op internet circuleren die soms onjuist blijken te zijn, wordt de ontdekking in dit geval bevestigd door een officiële aangifte. De obligaties, van het gewone type en met een looptijd van 30 jaar, kunnen nog tot 2032 worden geïnd, aangezien de wettelijke verjaringstermijn tien jaar na de vervaldatum bedraagt. In het begin van de jaren negentig was het beleggen in postobligaties een gangbare praktijk om het spaargeld van gezinnen tegen inflatie te beschermen.